Twentse platmaffia pakt het nu zelf aan
AlgemeenTWENTE - De Twentse streektaalbeweging heeft afscheid genomen van museum TwentseWelle.
Dat blijkt uit het nieuwste nummer van streektaalmagazine 'n Niejn Bodbreef. In zijn hoofdredactioneel commentaar zegt Gerrit Dannenberg dat de afgelopen jaren vele gesprekken zijn gevoerd met museum TwentseWelle als natuurlijke erfgenaam van het vroegere Van Deinse Intituut voor de streektaal en streekcultuur.
Volgens 'n Bodbreef zijn er forse gesprekken gevoerd maar altijd in een goede sfeer. "Maar moet je altijd doorgaan met blijven praten? Dat hebben we in de laatste twee sessies besproken met de nieuwe leiding van TwentseWelle. Helaas bleek dat we toch echt op totaal verschillende golflengten blijven zitten. Voor TwentseWelle is de streektaal, streekcultuur en – geschiedenis belangrijk, maar dan als smaakmaker en bijzaak. Voor ons zijn die element hoofdzaken. Als je het daar niet over eens wordt, dan is het verder jammer van de tijd energie om nog door te blijven praten. We hebben dan ook afscheid genomen en dat op een nette manier, want zo doen we dat in Twente." Een en ander betekent dat 'n Kreenk van de Twentse Sproak (KTS) en de Stichting Twentaal, die samenwerken onder de paraplu van de Twente Akademie, direct aan de slag gaan met drie belangrijke elementen. "We gaan proberen om de Twentse Taalpries nieuw leven in te blazen. De KTS heeft al een bedrag beschikbaar gesteld en hoe het verder gestalte krijgt, daarover zijn we al bezig. Verder willen we de wetenschappelijke André Hottenhuis Streektaallezing een vaste plek in de jaarprogrammering geven. En tenslotte willen we onderzoeken of we in Twente kunnen komen tot een echte Twente Academie, een instituut dat de streektalen en streekcultuur op voortvarende wijze uitdraagt en beschermt."
