Afbeelding

Herdenking van Jan J. Zorn op station

Algemeen

Op 4 mei werd op het station in Oldenzaal de herdenking van Jan J. Zorn gehouden. Hij was medewerker bij de Nationale Spoorwegen en was ten tijde van de oorlog werkzaam als arbeider/rangeerder. Geboren in Leeuwarden en woonachtig te Oldenzaal. 

OLDENZAAL - Als verzet tegen de onderdrukker strooide men kopspijkers op straat. Om deze reden werd hij in 1944 in Leeuwarden gefusilleerd als represaille. In 1948 werd een gedenkteken ter nagedachtenis onthuld. Jaarlijks komen de spoormannen en spoorvrouwen op 4 mei bijeen in de stationshal. 

Tijdens de korte plechtigheid werd het woord gevoerd door burgemeester Patrick Welman en de vertegenwoordiger van de werkgroep herdenken NS, Rene Temmink. Deze las het bijgaand gedicht voor. De Tweede Wereldoorlog was een tijd van grote ontberingen en gevaren voor de spoormensen in Nederland. Zij werden geconfronteerd met de eisen en dreigementen van de Duitse bezetter, die het spoorwegnet wilde gebruiken voor de aanvoer van troepen en materieel. Sommige spoormensen werkten mee, uit angst, dwang of overtuiging. Anderen boden verzet, door sabotage, stakingen of hulp aan onderduikers en geallieerden.

Velen van hen betaalden daarvoor een hoge prijs: zij werden gearresteerd, gefusilleerd of weg gevoerd naar concentratiekampen. Na de oorlog werden de spoormensen niet altijd erkend of gewaardeerd voor hun rol in de strijd tegen de bezetting. Er was ook sprake van verdeeldheid en verwijten tussen de verschillende groepen spoormensen. Pas in de loop der jaren kwam er meer aandacht en respect voor hun ervaringen en offers. Er is tegenwoordig een jaarlijkse herdenking bij het Spoorweg monument in Utrecht, dat in 1953 werd onthuld ter nagedachtenis aan de ruim 400 omgekomen spoorwegmedewerkers. Het is ook een manier om te beseffen hoe waardevol vrijheid en vrede zijn, en hoeveel moed en solidariteit er nodig zijn om die te verdedigen.

Oorlog - Rutger Kopland

Terwijl het verhaal wil dat het verteld en
voorbij is - maar het breekt af
zeker, het is mij verteld en verteld
maar nog
ik zie die grijze beduimelde foto
maar nog is het gras weer groener dan gras
en de bloesem weer witter dan bloesem
in die grijze tuin moet het oorlog zijn geweest
in die man, die vrouw, dat kind
in dat grijze gras onder die grijs bloeiende boom
het is mij verteld en verteld hoe zij daar
hadden moeten verdwijnen, worden weggevoerd
in goederentreinen, nooit terugkomen
terwijl het verhaal wil dat het verteld en
voorbij is - maar het breekt af
zeker, het is mij verteld en verteld
hoe vrede weerkeerde
maar nog is er geen andere foto dan deze
waarin het nog moet