Coronacrisis zorgt voor iets meer voortijdig schoolverlaters
TWENTE - Door het coronavirus verliep het vorig schooljaar (2019-2020) anders dan anders. De Noordoost-Twentse gemeenten zien de effecten terug in het aantal schoolverlaters en aantal verzuimmeldingen.
Het aantal voortijdige schoolverlaters is afgelopen schooljaar gestegen, het aantal verzuimmeldingen is juist gedaald. Dat blijkt uit de cijfers uit het jaarverslag ‘Leerplicht en Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) voortijdig schoolverlaters 2019-2020’. Tijdens de eerste golf van de coronaperiode gingen leerlingen niet naar school. Leerlingen konden hun lessen online volgen of kregen thuisonderwijs. Gedurende deze periode had het melden van verzuim geen hoge prioriteit; de nadruk lag vooral op het digitaal onderwijs zelf en het goed ondersteunen van kwetsbare leerlingen. Een en ander zien de gemeenten Dinkelland, Losser en Oldenzaal terug in hun leerplichtcijfers. In het aflopende schooljaar 2019-2020 zijn in totaal 263 verzuimmeldingen gedaan, tegenover 365 het jaar ervoor.
Schoolverlaters
Afgelopen schooljaar is het aantal voortijdige schoolverlaters gestegen in de NOT-gemeenten. Dit zijn leerlingen tussen de 18 en 23 jaar die hun opleiding niet hebben afgemaakt en niet in het bezit zijn van een startkwalificatie (HAVO, VWO, MBO niveau 2). De belangrijkste reden hiervoor is een verkeerde studiekeuze en de aantrekkende arbeidsmarkt aan het begin van het schooljaar 2019-2020. Jongeren hadden toen meer kansen op een baan. Maar vanaf maart 2020 namen deze kansen voor jongeren af doordat de coronacrisis begon. In het lopende schooljaar waren er 107 voortijdig schoolverlaters, tegenover 80 het jaar ervoor.