Afbeelding
Foto:

Boeskoolmenneke staat straks in het licht

OLDENZAAL - Wie Oldenzaal zegt, zegt Boeskool. De witte kool is onlosmakelijk verbonden met de Oldenzalers, waarbij het Boeskoolmenneke nog wel het meeste tot de verbeelding spreekt. Hoewel het beeld voor de niet-Oldenzalers wellicht wat weinig indrukwekkend overkomt, is het toch een belangrijk stukje lokale geschiedenis. Het menneke maakte door de jaren heen al veel mee, zowel mooie als minder mooie dingen.

Afgelopen maandag haalde de gemeente het Boeskoolmenneke weg van zijn vaste stekje langs de Spoorstraat, dicht bij de rotonde met de Burgemeester Wallerstraat. Hoewel het weghalen van een stukje kunst op zich niet zo bijzonder is, stuurde de gemeente wel een heus persbericht. Want, zo weet de gemeente maar al te goed, een vermissing van het beeld kwam niet zelden voor.

In de schijnwerpers
Het Boeskoolmenneke ligt nu even tijdelijk opgeslagen in de gemeentewerf aan de Lübeckstraat. Dit in afwachting van de herbestrating rond het beeld en de plaatsing van grondspots. Deze nieuwe verlichting moet het beeld ook in de avonduren op een mooie manier zichtbaar maken. De verlichting dient ook nog een ander doel: het valt wat meer op wanneer iemand wederom iets uitspookt met het iconische mannetje.

Het beeld
Het Boeskoolmenneke werd ontworpen door kunstenaar Jan Kip in 1963. Het is ongeveer anderhalve meter hoog, gemaakt van brons en met een respectabel gewicht van zo'n 100 kilo. Sinds 1965 staat het al op de huidige plek; letterlijk generaties Oldenzalers groeiden op met het beeld. Door de jaren heen was het doelwit van carnavalsverenigingen die het beeld vrolijk uitdosten, maar ook menig studenten- of vriendenclubje waagde zich aan een 'kidnapping' van het beeld. De meest serieuze diefstal was in 2014; het beeld werd in februari dat jaar gestolen en vijf maanden later weer spontaan terugbezorgd bij het Oldenzaalse politiebureau. Ijzerhandelaar Hans Linders kwam het beeld op het spoor en wist het terug te kopen. De gemeente nam geen halve maatregelen; een jaar na de vermissing werd het beeld teruggeplaatst op een forsere, hufter-bestendige sokkel met niet nader gespecificeerde veiligheidsmaatregelen.